Ga verder naar de inhoud

Interventies

Hoe behandel je suïcidaliteit? Meer info over evidence-based interventies vind je hier.

Eenmaal suïcidaliteit gedetecteerd en in kaart gebracht is, dien je specifieke interventies voor het opvolgen en behandelen van suïcidaliteit op te starten.

Bekijk samen met de patiënt welke vormen van begeleiding en welke setting het meest geschikt zijn. Wanneer men een opname overweegt, is het essentieel om de voordelen af te wegen tegen de nadelen. Een opname is geen garantie dat de persoon niet zal overlijden door suïcide.

  • Een Safety Plan of veiligheidsplan helpt je patiënt om in zeven stappen een crisis te voorkomen of te overbruggen. Het vermindert de kans op een suïcide(poging). Hier vind je meer info.
  • Neurobiologische interventies
    • Medicatie: antidepressiva, clozapine en lithium
    • Neurostimulatie: elektroconvulsietherapie en repetitieve transcraniële magnetische stimulatie
  • Psychotherapeutische interventies: een goede therapeutische relatie wordt gelinkt aan verminderde suïcidale gedachten en suïcidepogingen en dit ongeacht de stroming (bv. cognitieve gedragstherapie, dialectische gedragstherapie,...)
  • Zelfhulp tools

Meer info kan je terugvinden in de e-learning 'interventies' met accreditatie en de multidisciplinaire richtlijn.

Om te weten wat je als huisarts kan doen na een suïcide(poging) en welke interventies je dan kan opstarten, ga naar de volgende pagina.