Zelfmoord bij personen met een cognitieve beperking
Deze fact sheet geeft een overzicht van cijfers, factoren, preventiestrategieën en aandachtspunten specifiek voor deze doelgroep.
Laatste update: november 2024
Cijfers
- Suïcidaliteit bij personen met een verstandelijke beperking is weinig onderzocht. De diagnose van de verstandelijke beperking zelf neemt nog vaak de overhand, waardoor symptomen van psychiatrische stoornissen vaak niet herkend worden bij deze populatie (Chan and Bhandarkar, 2024; Merrick et al., 2007).
- Bij personen met een verstandelijke beperking komen zelfmoordgedachten en zelfmoordpogingen gemiddeld even vaak (Merrick et al., 2007; Patja et al., 2001) of vaker (Giannini et al., 2010; Lunsky, 2004) voor als bij personen zonder verstandelijke beperking. Overlijden door zelfmoord komt echter minder vaak voor (Dodd et al., 2016; Giannini et al., 2010).
- Onderzoek bij gedetineerden toonde aan dat een beperking in het globaal cognitief functioneren de sterkste voorspeller voor een hoog suïciderisico en suïcidepogingen is, los van psychiatrische stoornissen (Vadini et al, 2018).
Factoren
Aan de basis van zelfmoordgedachten en zelfmoord ligt nooit slechts één oorzaak of factor. Zelfmoord en zelfmoordgedachten ontstaan altijd vanuit een wisselwerking tussen tal van genetische, biologische, psychologische en sociale factoren.
- Comorbiditeit met een andere psychiatrische problematiek (bv. depressie of angst) verhoogt het risico op het ontwikkelen van zelfmoordgedachten en/of -pogingen bij personen met een verstandelijke beperking (Chan & Bhandarkar, 2024; Dodd et al., 2016; Ludi et al., 2012).
- Mensen met een milde tot matige verstandelijke beperking hebben een hoger risico, deze personen zijn zich immers meer bewust van hun beperking (o.a. Lunsky et al., 2012).
- Andere risicofactoren zijn: eenzaamheid, weinig familiale steun en wederkerigheid in sociale relaties, automutilatie, een eerdere zelfmoordpoging, een geschiedenis van psychiatrische opnames en een geschiedenis van psychisch en/of emotioneel misbruik (Chan & Bhandarkar, 2024; Salvatore et al, 2016).
- Personen met een verstandelijke beperking hebben vaak minder beschermende factoren zoals veerkracht, copingvaardigheden, probleemoplossend en hulpzoekend gedrag (Lunsky et al., 2012).
Preventie
- Signalen van zelfmoordgedachten bij mensen met een verstandelijke beperking verschillen mogelijks van signalen bij het algemene publiek. Zo zijn er aanwijzingen dat de signalen meer gedragsmatig en somatisch zijn (bv. agressie, agitatie, irritatie, zich terugtrekken, zelfbeschadigend gedrag stellen en woedeaanvallen) (Chan & Bhandarkar, 2024; Salvatore et al, 2016).
- Er dient ingezet te worden op deskundigheidsbevordering bij families en zorgverleners in het herkennen van en reageren op suïcidaliteit bij personen met een verstandelijke beperking (Lunsky, 2004). Zo raden we aan om direct en duidelijk te vragen of iemand met een verstandelijke beperking aan zelfmoord denkt. Gebruik hierbij korte en heldere taal, maak communicatie toegankelijk door visuele hulpmiddelen, en benadruk dat je om hen geeft en ze niet in problemen komen door hun gevoelens te delen.
- Daarnaast dienen risicofactoren aangepakt te worden en beschermende factoren versterkt te worden, bijvoorbeeld door programma's die familiale steun en sociale integratie versterken en inzetten op onderlinge ondersteuning door leeftijdsgenoten en/of leefstijlgenoten (Chan & Bhandarkar, 2024; Salvatore et al., 2016).
Aandachtspunten
- Volg in communicatie over zelfmoord altijd de mediarichtlijnen.
- Vermeld steeds waar mensen terechtkunnen voor hulp: www.zelfmoord1813.be
Meer weten?
Alle aangehaalde bronnen zijn op vraag beschikbaar. Voor meer informatie of advies kan u terecht bij VLESP, het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie.